Na de lange wintermaanden nodigt de weduwe Anna, vrienden en
familie uit in haar landhuis. Niemand deugt in dit vriendenclubje, dat
op een hete, zomerse dag samenkomt om te constateren dat ze tot
elkaar veroordeeld zijn. Uitgeblust, laveloos, verveeld en platvloers:
de ideale situatie om zich in uitzichtloze affaires te storten, toe te
geven aan onverstandige verlangens of te reiken naar iets hogers.
Naar iets bevredigender.
Michail Platonov is het hulpeloze middelpunt, een dronkaard,
hopeloos op zoek naar de liefde in een, volgens hem, samenleving
zonder ideeën en principes. Omdat hij zelf in geen enkele liefde
gelooft, brengt hij het gezelschap onder hoogspanning. De innerlijke
strijd tussen zijn diepe vriendschap met Anna, zijn eerder vaderlijk
gevoel voor zijn vrouw Sasja, het gevaarlijke verlangen naar Marja en
zijn ware, pijnlijke liefde voor Sofja, bezegelen zijn lot.